Hluhluwe-Imfelozi, Kwazulu-Natal Zuid-Afrika, september, 12:00 uur
We stonden met de auto voor een enorm hoog hek. Het leek wel een muur. Konden we hier verder of was dit het einde van deze ‘weg’. Betekende dit teruggaan en 1½ tot 2 uur omrijden?
We waren die ochtend gestart in Babanango in Kwazulu-Natal. Onze eindbestemming die dag was een camp bij de plaats Hluhluwe. Als we nu eens via Ulundi zouden rijden om zo een stuk van Hluhluwe-Imfelozi game reserve mee te pakken? Dat was op papier zeker een goed idee. Op de kaart ligt het reserve precies tussen Babanango en Hluhluwe in.
We hadden uitgevonden dat Hluhluwe-Imfelozi 3 gates heeft. De gate aan de westkant, Cengeni Gate, stond niet op Google Maps. De gate werd op het web wel genoemd maar zonder een routebeschrijving. Van de 2 andere gates was die er wel. Het moest toch wel goed zijn? Of toch niet?
Enfin, we gingen van start en namen de kortste weg. Die liep via Ulundi naar de Cengeni Gate en zo het game reserve in. Al vrij snel gingen we van de asfaltweg af een onverharde weg op. Het was heuvelachtig terrein. Ander verkeer was er niet, we hebben 1 andere auto gezien. De weg werd steeds slechter. Deze zou zo toch wel beter worden was onze gedachte. Onze auto had er moeite mee. Het was immers een gewone auto en geen 4x4. Na een nog slechter stuk kwamen op een heuvel en konden wat voor ons uit kijken. We probeerden in te schatten of de wegkwaliteit beter zou worden. Dat was onbegonnen werk. Na nog een klein stukje ellende besloten we om terug te gaan.
We namen een omweg van 50 kilometer over geasfalteerde wegen. We kwamen een dik uur later dan gepland bij de weg naar Ulundi. In Ulundi was het even zoeken naar de goede afslag. Na een tijdje rijden op die weg zagen we een bordje ‘Hluhluwe-Imfelozi 50 km’. We zaten goed. Andere borden met die aanduiding hebben we daarna niet meer gezien. Vertrouwen maar op Maps en de gewone kaart. Een heel stuk verderop werd de weg onverhard. Na een paar kilometer kwamen we erachter dat we fout zaten. We gingen terug en namen een afslag waarvan we dachten dat het de juiste moest zijn.
Die weg was geasfalteerd maar werd steeds slechter. In het wegdek kwamen meer en meer potholes (gaten). De weg werd langzaam smaller doordat deze overwoekerd was. Zo te zien aan de vele uitwerpselen kwamen er geen of heel weinig auto’s en vooral veel koeien en geiten. Onze twijfel groeide en we hadden ons al verzoend met 2 uur omrijden. Maar ja, we waren er nu toch. Ineens verscheen een groot massief hek. Het zag er beslist niet uit als een gate van een game reserve. Einde oefening dachten we.
Na een halve minuut ging dat hek zowaar open. Erachter stonden een paar mensen en er was een gebouwtje. We moesten de auto parkeren. We liepen naar het gebouwtje. Ondertussen werd de auto door 2 dames bespoten met een bestrijdingsmiddel tegen mond-en-klauwzeer. Binnen zat de gatekeeper. Hij zat al 7 jaar bij deze gate en verwelkomde een paar bezoekers per dag. Hij vond het prima zo en hoefde echt niet te ruilen met een andere - drukke - gate. Na het invullen van de papieren konden we het park in.
In het park hebben we neushoorns gezien (sommige verder weg en andere heel dichtbij) en een olifant van dichtbij. Verder nog baboon, vervet monkey, nyala, kudu, giraf, warthog, zebra, waterbuck, impala, secretary bird en brown snake eagle.